es SPELLING- EN TAALTIPS Cijfers en letters Bij de juiste spelling denken we meestal aan de d’s, t’s of de tussen-n. Maar ook voor het gebruik van geldbedragen in teksten staan regels in het Groene Boekje. Hoe schrijf je bijvoorbeeld € 35.525,- in woorden? En schrijf je euro eigenlijk met een hoofdletter? Tekst Judith Winterkamp In mijn teksten schrijf ik geldbedragen altijd met het €-teken. Volgens mijn collega mag je ook het woord euro ná het bedrag schrijven. In de Schrijfwijzer noemt Jan Renkema drie manieren om geldbedragen in teksten te noteren, namelijk: - € 17,50 - 17,50 euro - EUR 17,50 € 17,50 heeft de voorkeur omdat dit iets duidelijker is. Je lezer krijgt dan namelijk sneller het signaal dat er een geldbedrag volgt: hij is dus voorbereid. De zin Voor € 17,50 mocht ze de vaas meenemen leest makkelijker dan Hij klaarde het klusje voor 55,- euro. De derde manier - EUR 17,50 - wordt vooral in het internationale geldverkeer gebruikt. Ik schrijf euro altijd met een kleine letter. Toch zie ik het ook vaak met een hoofdletter. Wat is juist? Euro schrijf je met een kleine letter. Behalve natuurlijk als het woord aan het begin van de zin staat. Dit geldt overigens voor alle munteenheden. Ik heb altijd geleerd dat je getallen onder de twintig voluit moet schrijven. Geldt dit ook voor geldbedragen? Geldbedragen schrijf je altijd in cijfers. De hoogte van het bedrag maakt dus niet uit. Het is € 7,95 en ook € 25,50. In een enkel geval worden geldbedragen wel in letters geschreven, bijvoorbeeld in contracten. Als je bedragen voluit schrijft, houd je dan aan de algemene regels voor het schrijven van getallen: • Schrijf getallen tot duizend aan elkaar: zevenhonderddrieënvijftig • Zet na het woord duizend een spatie: vijfduizend driehonderdnegen • Schrijf woorden als miljoen, miljard en biljoen als afzonderlijke woorden: twee miljard vijfhonderdzeventig Ik heb ooit geleerd dat je 50 eurobiljet zonder een streepje moet schrijven. Maar waarom is dat? In de samenstelling 50 eurobiljet staat inderdaad geen streepje tussen 50 en euro. Combineer je het cijfer 50 met een zelfstandig naamwoord, dan moet je wel een streepje toevoegen: 50-jarige. Waarom? Omdat 50 eurobiljet een driedelige samenstelling is en 50-jarige niet. Dit is namelijk een samenstelling die uit twee delen bestaat. Ik licht het graag even toe. MANAGEMENT SUPPORT DECEMBER 2011 In het Groene Boekje staat voor de schrijfwijze van driedelige samenstellingen de volgende regel: ‘Als het eerste deel van de woordgroep een telwoord is, dan schrijven we het vast in de driedelige samenstelling. Maar als we het telwoord met een cijfer schrijven, gebruiken we een spatie.’ 50 eurobiljet is een driedelige samenstelling waarvan het eerste deel een woordgroep is: 50 euro. Als je het telwoord met een cijfer schrijft, dan staat er in de samenstelling met deze woordgroep een spatie. Dus, 50 eurobiljet is de juiste schrijfwijze. 50-jarige is een samenstelling van een telwoord met een zelfstandig naamwoord. Zulke samenstellingen krijgen altijd een koppelteken: 12-uurtje en 100-jarige. < TAALTEST In deze taaltest staan getallen centraal. Weet jij wat de juiste spelling is? Op pagina 37 staan de antwoorden. 1. a. vijftienduizend honderddrieëntwintig euro b. vijftien duizend honderd drieëntwintig euro 2. a. twee miljoen vierhonderd tweeënvijftig duizend achthonderd achtenveertig euro b. twee miljoen vierhonderdtweeënvijftigduizend achthonderd achtenveertig euro c. twee miljoenvierhonderdtweeënvijftigduizendachthonderdachtenveertig euro 3. a. negentienhonderdvijfennegentig euro b. negentienhonderd vijfennegentig euro c. negentien honderd vijf en negentig euro 4. a. twee-euromunt b. twee euromunt c. tweeëuromunt 5. a. vijftig eurobiljet b. vijftigeurobiljet c. vijftig euro biljet Geraadpleegde bronnen: www.onzetaal.nl, Groene Boekje, Schrijfwijzer en Vraagbaak Nederlands. 35 Pagina 34

Pagina 36

Heeft u een catalogus, i paper of e-clubbladen? Gebruik Online Touch: magazine naar een online publicatie converteren.

MSM1211 Lees publicatie 11Home


You need flash player to view this online publication