EVENEMENTEN EN ZAKENREIZEN Improviseren (2) Wat doe je als het anders loopt? Stel je hebt een evenement tot in de puntjes geregeld. Alles staat waar het moet staan, iedereen weet wánneer wát moet gebeuren. Maar dan komt er een kink in de kabel: veel deelnemers staan in een niet voorziene file, ook de dagvoorzitter dreigt daardoor veel te laat te arriveren. De gasten die er wél zijn houden het op een gegeven moment voor gezien en willen niet blijven wachten tot iedereen er is. Daar sta je dan. Je móet iets doen om het evenement te redden. Dan wordt er een beroep gedaan op je improvisatietalent. Tekst Gijs van Bilsen Improviseren moeilijk? Nee hoor, je doet het eigenlijk de hele dag, want hoe vaak loopt een dag precies zoals je verwacht? Er gebeurt altijd wel iets waar je niet op gerekend hebt, of er gebeurt iets níet, wat normaal juist wél gebeurt. In de regel kun je daar goed mee omgaan. Door te improviseren los je dat op. Maar het filevoorbeeld zoals hierboven beschreven, is een ander verhaal. Dat vereist een andere aanpak waar je andere technieken voor nodig hebt. De vier belangrijkste zijn: 1. ‘Ja en…’ zeggen 2. Durven falen 3. In het ‘hier & nu zijn’ 4. De ander laten ‘schitteren’ Gewapend met deze vier technieken en het geloof dat je kunt improviseren, kun je heel veel aan. En als je je nog niet veilig genoeg voelt om te improviseren, lees dan het artikel Minder plannen, meer gedaan in het maartnummer van dit blad nog maar eens of volg de training Wat doe je als het anders loopt? Tijdens de Workshopdagen op 24, 25 en 26 april. 1. Ja en… in plaats van ja maar… De eerste techniek is om ‘Ja en…’ te zeggen. ‘Ja en…’ is het tegenovergestelde van ‘Ja maar…’, een combinatie van woorden die je helaas maar al te vaak hoort. ‘Ja, maar daar is geen budget voor.’ ‘Ja, maar daar kom ik vandaag niet aan toe, hoor.’ Of Ja, maar wie zou dat dan moeten doen?’ Een ‘Ja maar…’ is eigenlijk gewoon een ‘Nee’. Het effect van een ‘Ja maar’ is vaak demotivatie; de ander voelt zich niet gehoord. En vaak klopt dat ook, want een ‘Ja MANAGEMENT SUPPORT APRIL 2012 maar’ wordt vaak gebruikt als bruggetje om van het idee van een ander naar het eigen idee te komen. Ook gebruiken mensen ‘Ja maar’ om verantwoordelijkheid te ontlopen. 2. Durven falen Iedereen maakt fouten, fouten maken is tenslotte menselijk en heeft ook z’n positieve kanten; bij improvisatie is het zelfs van levensbelang. Van fouten leer je namelijk heel veel. Fouten maken is onderdeel van beter worden. Fouten zijn dus waardevol, hoewel... dat geldt niet voor alle fouten. Want... je hebt competente fouten en incompetente fouten. Competente fouten zijn niet erg om te maken omdat ze ook waarde hebben. Incompetente fouten zijn fouten die je maakt tijdens routinetaken: je let niet op, of je bent slordig. Als je niet probeert te leren van een routinefout, is dit een incompetente fout. De fout levert dan immers niets positiefs op voor jou of de organisatie. Een competente fout is een fout die ontstaat doordat je iets nieuws probeert, maar dat mislukt. Nú kun je iets gaan doen met die fout. Want dat is een ander onderdeel van een competente fout: je bent bereid er iets mee te doen. Niets leren van een fout is veel erger dan een fout maken. 3. In het hier & nu zijn Mensen zijn in gesprekken vaak nog bezig met iets dat gisteren gebeurde, of met wat ze morgen gaan doen. Ook in een gesprek kun je ‘uit het hier en nu vallen’. Een voorbeeld: vaak hebben mensen - als reactie op wat iemand vertelt - een mooi verhaal dat ze ook willen vertellen. Als het dan nog even duurt voor de ander klaar is met z’n verhaal, of een derde zegt alweer iets, is hetgeen de ander zou willen vertellen meestal niet meer relevant. Wordt het dan toch verteld dan is de aandacht ervoor allang verslapt. Dat komt je vast bekend voor. En díe afleiding is nou precies de vijand van in het hier en nu zijn. Belangrijk is om hier niet in mee te gaan maar je te blijven focussen op het gesprek waarin je zit. 4. De ander laten schitteren Vaak zijn mensen meer met zichzelf bezig dan met anderen. Logisch, want de belangrijkste persoon in je leven ben je uiteindelijk zelf. Toch kun je er veel aan hebben om aandacht te besteden aan collega’s. Door elkaar te laten schitteren, smeed je een team, met vertrouwen als basis. Vertrouwen in jezelf en vertrouwen op elkaar. Terug naar je evenement Nu je weet dat het evenement anders loopt, spreek je met het team af elkaar te laten schitteren terwijl jij het oplost. Je kijkt in het hier en nu rond of er iemand aanwezig is die het probleem kan oplossen. Je herkent één van de gasten die ook een interessant verhaal kan vertellen over het thema van de dag. Een collega zegt ‘Ja en…’ tegen dit idee en gaat ook iemand zoeken met een interessant verhaal. Wanneer je deze mensen aankondigt, roem je hun moed om onvoorbereid te komen spreken. Zij zouden immers kunnen falen, maar nemen dat risico om jou uit de brand te helpen…! < Gijs van Bilsen geeft, vanuit zijn bedrijf ‘de Inspelers’, trainingen om organisaties en mensen in organisaties flexibeler en daadkrachtiger te leren reageren op verandering, kansen te grijpen en problemen snel aan te pakken. 25 Pagina 24

Pagina 26

Heeft u een lesboek, you can flip of digi-sportbladen? Gebruik Online Touch: drukwerk naar een digitale publicatie converteren.

MSM0412 Lees publicatie 16Home


You need flash player to view this online publication